Hoe een scheldende wielrenner mij op scherp zette in twee werksituaties.

 

Ik ben lekker aan het hardlopen (keurig links) langs de IJssel op de dijk. Zo’n pad waar wandelaars, hardlopers, fietsers en wielrenners elkaar ontmoeten wat ook met regelmaat leidt tot irritatie. Het tempo heb ik niet te hoog liggen omdat ik een lange afstand wil lopen. Het is wat vroeger op de ochtend dus het is nog niet druk. Een wielrenner komt me tegemoet en schreeuwt opeens: ,,ga toch aan de kant joh.. bolle!” Ik gniffel: nu ik 15 kg lichter ben dan een aantal jaren geleden, kun je veel van me zeggen; maar dát niet meer. Maar de reactie van de man houdt me even bezig. Ik was verbaasd. Hij zag er niet onvriendelijk uit, oogde beschaafd. Er was toch echt voldoende ruimte om mij zonder fratsen te passeren: wat maakt dat die man zo reageert? Mogelijk problemen of stress. Misschien een nare werkweek achter de rug, vulde ik in. En ik liep door. Na een kilometertje of zeven/acht draai ik om en keer huiswaarts. Ongeveer drie kilometer voordat ik thuis ben, gebeurt er het volgende.

Op mijn terugweg, (langs diezelfde inmiddels drukker wordende dijk), en met ongeveer 12 km in de benen, wacht een fietser keurig netjes tot ze mij voorbij kan. Ze staat zelfs stil. Ik dacht: ,,Precies! Je wacht maar even”. Wacht eens even Waldemar:….. dat is toch ongeveer soortgelijk gedrag als die wielrenner. Weliswaar niet zo geïrriteerd… maar weinig rekening houdend met de ander en al helemaal niet meer om mij heen kijkend wat er gebeurt. Wat maakt dat ik dit doe?
Ik ben moe, loop op mijn tandvlees, de laatste loodjes. Met als effect: gedragsverandering!

Reflectie

Ik denk terug aan het moment van iets minder dan een uur geleden waarbij ik de wielrenner ontmoette en zijn gedrag koppelde aan werk. Nu zie ik mijzelf dit doen. Doe ik dit ook zo als ik werk? En de volgende dingen komen op:
x

  • Wanneer loop ik op mijn tenen?Ik denk aan leuk gesprek met een potentiële klant. En toch voel ik stress als ik aan die toekomstige opdracht denk. Het gevoel dat ik nu verantwoordelijk word voor het oplossen van een diepgeworteld probleem, benauwd me. En tegelijkertijd “tript” mijn ego van trots. In een hoog tempo door-reflecterend bedenk ik me dat het benauwende gevoel “niet klopt” omdat dat bij eerdere ervaringen hoort.  Het trippende ego helpt al helemaal niet, het maakt me blind en is bovendien niet wie ik ben. Wel is dit moment een serieus signaal om een aantal voorwaarden te bespreken om dit traject een succes te laten worden. Doordat ik me dit realiseer, weet ik wat me te doen staat.
  • Ik herinner me een situatie waarbij een manager enkele dagen voor dit hardloop-rondje bot op mij reageerde in de mail met een fors aantal mensen in cc. Ik was voornemens op oorlogspad te gaan want dit moest hij mij niet flikken!! Met iets meer afstand neem ik mij voor er eerst eens een vraag over stellen om daarna aan te geven dat ik het voortaan graag anders wil.
Waar loop jij op je tenen?

Van welke situatie krijg jij stress? Welk effect heeft dat op jouw gedrag en waar mis je dus mogelijk essentiële dingen of relevante zaken?
Ga na wat je zou kunnen doen om de druk eraf te halen: zodat je in je kracht komt en vanuit die kracht de connectie met de omgeving behoudt.

Waar zie jij jouw collega “anders-dan-anders” gedrag vertonen?

Heb jij de indruk dat jouw, normaal vriendelijke, collega steeds vaker kortaf reageert? Of steeds in die ene situatie geprikkeld raakt? Bij welke collega of manager zie jij een gedragsverandering of heb je de indruk dat zijn of haar prestatieniveau afneemt?

Gebruik die waarneming, houd die waarneming zo feitelijk mogelijk (d.w.z.: een ander kan het ook waarnemen), stel je eigen oordeel eerst even uit en stel een open en zo objectief mogelijke vraag.

Ontdek hoe jij met een stevige onderstroom tóch je organisatiedoelen bereikt!

Energieleks, “afspraak-is-afspraak” is niet meer aan de orde en je onderbuik zegt iets heel anders dan hoe de werkelijkheid eruit lijkt zien. Je resultaten blijven achter!

Wanneer dit aan de orde is, heeft dat eigenlijk altijd te maken met dat wat niet (meer) besproken wordt maar wat vólop meedoet in de samenwerking. Dat is onderstroom!
Hoe je dat aanpakt, lees je in mijn nieuwste gratis e-book!